Drie lessen en één vraag uit Japan

We hebben er even op moeten wachten, maar ook de Japanse Nikkei index heeft op 22 februari 2024 een all-time high bereikt met een slot op 39.098,68. “Even” is wellicht een understatement; het vorige record, van 38.915,87 werd 34 jaar geleden op 29 december 1989 bereikt. De conclusie van dit Japanse verhaal is niet “zie je wel, met aandelen komt het lange termijn altijd goed”, maar er zijn wel een paar andere lessen te trekken. Het roept ook een vraag op.

Het koersverloop van de Nikkei index vanaf 1989 tot nu staat ook wel bekend als een “reverse mount Fuji”.

Les 1: Je hebt spreiding en spreiding.

De eerste les, zo weten Japanse pensioenbeleggers al sinds 1989, is dat aandelen uit één land niet voldoende spreiding bieden voor lange termijn beleggingen. Anders gezegd, dan kan de lange termijn net iets te lang zijn.

Als het om lange termijn vermogen opbouwen gaat, heeft dus bijvoorbeeld een MSCI World ETF de voorkeur als voornaamste belegging boven een AEX ETF of zelfs een S&P500 ETF.

Op het hoogtepunt in 1989 maakt Japanse aandelen ~45% uit van de MSCI World index, dus zelfs deze index is niet zonder concentratierisico, maar door de zelfreinigende werking van een index werd deze weging snel minder en kwamen er snel winnaars uit andere landen voor in de plaats.

In April 1993 was de MSCI World index de Japan-dip dan ook alweer te boven. Op dit moment maken Japanse aandelen ongeveer 6% uit van de MSCI World index.

Les 2 - De winnaars van vandaag zijn niet van gisteren

Eind jaren 80 waren 8 van de 10 grootste bedrijven ter wereld Japans. 5 van die 8 bedrijven waren banken. Als je toen de tien grootste bedrijven ter wereld had gekocht en verder niets had gedaan, dan stond je portefeuille nu zeker nog niet op het hoogste punt ooit.

Dit pleit ook weer voor indexbeleggen - je doet niet vanaf de start mee met de winnaars, maar wel altijd met de lange termijn winnaars (die vaak voor een groot deel het rendement over lange tijd bepalen). Om maar een actueel voorbeeld te noemen; Nvidia zit al sinds 2001 in de NASDAQ100….

Daarnaast neem je automatisch afscheid van verliezers, wellicht soms ook te laat, maar dat is altijd nog beter dan het voor eeuwig vasthouden van underperformers (handen omhoog van wie er net als ik nog Just Eat Takeway aandelen in bezit heeft).

Les 3 - Yen Cost Averaging

Een ook door mij gepropageerde manier om te beleggen is het zogenaamde Dollar Cost Averaging; hierbij wordt periodiek, (meestal) maandelijks een vast bedrag in een ETF (index) belegd. Hoe had dat hier uitgepakt?

Voor het gemak ga ik bij dit voorbeeld uit van een jaarlijkse belegging en worden alle kosten buiten beschouwing gelaten (de goedkoopste Japan ETF’s hebben nu een jaarlijkse fee van 0,12%).

Stel dat je elk jaar op 1 januari voor 100.000 Yen (nu ongeveer 613 euro) een Nikkei ETF had gekocht met dezelfde waarde als de index.

Op 1 januari 1990 had je dan 100.000 / 37.189 (de Nikkei koers toen) = 2,7 x deze Nikkei ETF gekocht. Op 1 januari 1991 was de Nikkei veel lager en had je er 100.000 / 23.292 = 4,3 gekocht, enzovoort. De liefhebber kan hier klikken voor het spreadsheetje.

Door op deze wijze te beleggen had je per 1 januari 2024 in totaal ongeveer 225 Nikkei ETF’s gekocht voor gemiddeld 15,534 Yen. Deze derde les bevat eigenlijk 2 lessen;

  • Met een gemiddelde aankoopprijs van 15,534 Yen was je al veel eerder uit de brand geweest. Echter, ook met deze strategie had het langer/te lang geduurd voordat je daling na 1989 had goedgemaakt dus ook hierbij geldt dat bredere spreiding nodig was geweest.

  • Dit gemiddelde van 15,535 is lager dan het gemiddelde van alle Nikkei koersen in deze periode, omdat je door voor een vast bedrag aan te kopen relatief meer koopt bij lagere koersen en minder bij hogere koersen.

Nu kan je zeggen dat Japan anders is dan andere landen. Ongetwijfeld, maar je kan nooit uitsluiten dat andere markten iets soortgelijks meemaken.

Tot slot; de grote vraag

Net als Japanse aandelen in 1989, hebben Amerikaanse aandelen nu een historisch grote weging in de MSCI World index (op dit moment 70%). De grote vraag nu is of dat niet wat aan de hoge kant is, gezien de grootte van de Amerikaanse economie. In feite is dit ongeveer dezelfde vraag als “zijn Amerikaanse aandelen nu overgewaardeerd?”.

Hopelijk schrijf ik niet over 34 jaar een blog over met als titel “De V.S. was toch net als Japan”, maar omdat ik het antwoord ook niet weet vertrouw ik ook nu weer op de werking van (meerdere of wereldwijde) indices om me de grootste kans te geven om me op lange termijn tegen de ergste en/of langdurigste (maar onvermijdelijke) dalingen te beschermen.

Eén mogelijke oplossing om de Amerikaanse weging (iets) te verkleinen en op meer, nu nog kleine, paarden te wedden is om niet in de MSCI World, maar in de MSCI All Country World Index te beleggen. Daar zitten ook aandelen uit opkomende markten bij. Nu nog met een kleine weging, maar - toch maar weer even Nvidia - dat was Nvidia ook in de NASDAQ in 2001.

Nog wat overige punten (7 lessen klonk wat veel):

  • Als inflatie wordt meegenomen staat de Nikkei nog steeds niet boven het niveau van 1989 en de bredere Topix staat ook nog onder de high uit die tijd.

  • Als je interesse hebt in een belegging in Japan dan zou ik kijken naar (een ETF op) de Topix index en niet naar de Nikkei.

    De methodologie van de Nikkei is namelijk vrij apart; het is eenvoudigweg het gemiddelde van de koersen. Als de AEX in Nederland ook zo zou worden berekend zou het erop neerkomen dat Adyen op een koers van 1500 euro 50x zo zwaar zou meetellen als Shell op 30 euro. Professionele beleggers kijken dan ook naar de Topix index (net zoals de S&P 500 in Amerika de voorkeur heeft boven de Dow Jones).

  • Japanse beleggers zelf kijken nog de kat uit de boom. Nieuw belegd geld gaat vooral naar de S&P 500 - die nu een historisch grote weging heeft in de MSCI index. In het worst-case scenario voor Japanse beleggers missen ze het herstel van de eigen markt (maar 13% van het vermogen van Japanse particulieren is in aandelen belegd versus 21% in Europa en 40% in de V.S.) en stappen ze nu op de high in op de Amerikaanse markt.

  • Hoeveel je ook spreidt; uiteindelijk kan elke belegging in aandelen fors dalen. Enige tijd voordat je met pensioen gaat of het opgebouwde aandelenvermogen nodig hebt zal je dus moeten afbouwen naar bijvoorbeeld (staats)obligaties of spaargeld. Wanneer dat precies is, hangt af van je behoefte en risicobereidheid, daar is helaas geen algemene regel voor.


Vorige
Vorige

Hebben ETF’s de markt “gebroken”?

Volgende
Volgende

“It’s the inflation, stupid”