Appels met hedgefondsen vergelijken
2024 was qua rendement een goed jaar voor hedgefondsen, maar toch deed de S&P 500 het ruim 2x zo goed. Warren Buffett weet wel waarom. En wist je dat rijke mensen vroeger eerder stierven dan de rest?
Het gemiddelde rendement van hedgefondsen in 2024 was 10,7% na kosten. Daarmee was 2024 het beste jaar sinds 2020, toen ze 11,4% rendement behaalden. Daarvoor was 2013 de laatste keer dat de sector dubbelcijferige winsten boekte. De industrie was er zeer tevreden over.
“Last year was probably one of the best years in a long time for hedge funds,” aldus een quote in de Wall Street Journal, “Everything has been working. It’s rare that you find that.”
Een categorie die het zeer goed deed waren crypto-hedgefondsen. De VisionTrack Composite Index, die de prestaties volgt van 130 crypto- hedgefondsen, steeg in 2024 met 40%.
Toch bleef het gemiddeld rendement van hedgefondsen in 2024 flink achter bij de S&P 500, die inclusief dividenden met 25% steeg. En de 40% bij crypto-hedgefondsen viel in het niet bij de 120% stijging van Bitcoin.
Appels en peren: het zijn allebei vruchten
Hedge fund manager: klinkt gewichtig, maar leggen ze wel voldoende gewicht in de schaal?
Natuurlijk, het S&P 500 rendement vergelijken met dat van een gemiddeld hedgefonds is appels met peren vergelijken.
Hedgefondsen beleggen namelijk niet alleen in Amerikaanse aandelen, hebben andere strategieën, proberen meestal niet eens de S&P 500 te verslaan en kunnen ook inspelen op dalingen.
Hierdoor kunnen hedgefondsen een aanvulling zijn op long-only aandelenbeleggingen. Bijvoorbeeld in 2022, toen de S&P 500 met 19,4% daalde en hedgefondsen gemiddeld slechts 4,25% verloren.
Maar als het rendement op lange termijn lager is bij hedgefondsen weegt dit dan op tegen het (mogelijke) voordeel van een beter rendement in mindere jaren en (gemiddeld) lagere volatiliteit?
Wedden dat met Warren Buffett
Een bekend verhaal in dit verband is de weddenschap die Buffett aanging over het rendement op de S&P 500 versus het rendement van 10 hedgefondsen over een periode van 10 jaar.
Wat minder bekend is, is dat de hedgefondsen het in het eerste jaar, waarin de S&P door de kredietcrisis onderuit ging, beter deden. In de jaren erna deed de S&P het echter (veel) beter, waardoor de weddenschap voortijdig beëindigd werd en Buffett won. Uiteindelijk was het gemiddeld rendement in die 10 jaar 8,5% voor de S&P 500 en maar 3% voor de geselecteerde hedgefondsen.
Buffett’s probleem met hedgefondsen en de belangrijkste verklaring voor het verschil in rendement met de S&P 500 index zijn de hoge kosten die hedgefondsen rekenen. Een bekende hedgefund kostenstructuur is de “2 en 20”.
Dat wil zeggen 2% kosten per jaar over het ingelegde kapitaal plus 20% van de eventuele winsten boven een bepaalde grens. Als je in de S&P 500 index wilt beleggen kan dat met een ETF met jaarlijkse kosten van 0,03%, waarbij alle winst voor jou is.
Dat betekent dus ten opzichte van de 2% bij hedgefondsen, zelfs zonder die 20%, dat de kosten van deze ETF 66,6x zo laag zijn.
Kop: we winnen allebei, munt: alleen ik win.
Een nieuw onderzoek is wat dat betreft verhelderend. En ontluisterend.
Sinds 1969 hebben hedgefondsen gezamenlijk $3,7 biljoen aan rendement gegenereerd voor kosten. Echter, maar liefst $1,8 biljoen (∼49%) daarvan is opgegaan aan kosten (inkomsten) voor de hedgefondsen.
Bijna de helft van het rendement bij hedgefondsen wordt dus opgeslokt door kosten. Het onderzoek laat niet zien wat investeerders hiermee hebben misgelopen ten opzichte van een belegging in de S&P 500, maar het zal significant zijn.
Als je dat gegeven combineert met de langere termijn underperformance, dan is het wellicht maar goed dat hedgefondsen vooral beschikbaar zijn voor zeer vermogende of institutionele beleggers. De gemiddelde particuliere belegger blijft daarmee beschermd tegen deze underperforming asset class. Een zeldzaam geval waarbij rijk zijn een nadeel is.
Snoep gezond, eet een appel
Morgan Housel, auteur van *The Psychology of Money*, heeft in dit verband een leuke parallel getrokken. Vóór 1700 stierven rijke mensen in Engeland gemiddeld eerder dan de rest van de samenleving. Dit verrassende feit wordt verklaard doordat de rijken de enigen waren die zich allerlei nepmedicijnen van kwakzalvers konden veroorloven, waarvan het belangrijkste effect was dat ze kans om vergiftigd te worden vergrootten.”
Hij vergelijkt dit met rijke beleggers die vandaag de dag worden verleid tot complexe investeringen zoals hedgefondsen, wat hun rendement in de meeste gevallen op lange termijn geen goed doet. Minder vermogende beleggers moeten het doen met een een simpele ETF als appeltje voor de dorst.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar mijn conclusie is dat een gewone ETF-appel in de meeste gevallen op lange termijn gezonder is dan de duurdere hedgefund-peren.