Wie is de grootste Mol op de beurs?

Afgelopen weekend werd bekend wie de mol was van de 25e editie van “Wie is de Mol?”. Het bleek Stijn de Vries te zijn, die er op listige wijze voor gezorgd had dat de pot historisch laag was. Bij beleggen zijn er ook veel Mollen die jouw beleggingspot kunnen verkleinen. Tijd om ook bekend te maken wie de grootste Mol is op de beurs.

Voor wie het spelprogramma “Wie de Mol” niet kent; tien deelnemers voeren verschillende opdrachten uit om geld te verdienen voor de pot. Eén van hen, de Mol, werkt in het geheim tegen en saboteert de opdrachten, met als doel zo min mogelijk geld in de pot te laten komen.

Is Trump de Mol?

Een hele actuele kandidaat Mol is Donald Trump. Onlangs werd door een Democratische senator de vraag gesteld of er verschil was geweest in zijn optreden als hij een echte Russische mol was geweest en ook op beursgebied is zijn optreden dubieus.

Net als een Mol in het spel lijkt hij zijn best te doen voor het Amerikaanse bedrijfsleven, maar door tarieven en geopolitieke onrust te veroorzaken staat de S&P 500 index dit jaar op -2,3% en de Nasdaq op -4,6%. De Europese ESTOXX50 staat +12,8% en de Hang Seng op +20,3%.

Trumps idee is om het met de inkomsten van de tarieven mogelijk maken de belastingen te verlagen zonder dat het begrotingstekort toeneemt, maar de meeste economen en de beurs hebben daar tot nu toe ernstige twijfels over.

Trump is dus een mogelijke mol, maar misschien ligt het er te dik bovenop en is het toch allemaal maar een grote onderhandelingsstrategie. Laten we het hopen.

Elk individueel aandeel kan een mol zijn

Maar 2,4% van alle aandelen was tussen 1990 en 2024 verantwoordelijk voor de totale waardecreatie op aandelenmarkten in de periode. De meerderheid van de aandelen, 55,2% in de V.S. en 57,4% buiten de V.S., had in die periode zelfs een slechter samengesteld rendement dan van kortlopende Amerikaanse staatsobligaties. Aangezien je niet in aandelen belegt om het slechter te doen dan kortlopende Amerikaanse staatsobligaties zou je dus kunnen zeggen dat ruim de helft van alle aandelen een mol is.

Het risico bij stockpicking is hierdoor dus groot dat je niet een winnaar kiest. En als je een slecht presterend aandeel kiest, is de impact van deze rotte appel veel groter in een portefeuille met maar een beperkt aantal aandelen dan wanneer je bijvoorbeeld in een MSCI World ETF belegd met ~1400 van de grootste aandelen wereldwijd.

Kleine beestjes, grote schade.

Ook professionele beleggers zijn hier slechter in dan je denkt; voorbeelden te over, zoals bijvoorbeeld Goldman Sachs dat in 2022 Netflix op “Sell” zette en na een stijging van 122% bakzeil haalde.

Individuele aandelen kiezen kan natuurlijk leuk zijn (en succesvol), maar het gevaar een mol te hebben gekozen is dus statistisch groot. Anders gezegd; de kans op een Just Eat Takeaway is groter dan de kans op een ASML.

Kosten mollen je rendement

In plaats van het zelf te proberen kan je als belegger ook door middel van een beleggingsfonds in sectoren of regio’s investeren. De fondsmanagers willen daar natuurlijk wel voor betaald worden. Met name door die kosten is in de meeste gevallen het rendement van een passieve belegging met ETF’s echter beter.

S&P Global (SPIVA) houdt de prestaties bij van beleggingsfondsen versus een vergelijkbare index en dat ziet er niet plezierig uit voor fondsmanagers. Zo deed in Europa de laatste 10 jaar maar liefst 92,1% van de actief beheerde fondsen het slechter dan een vergelijkbare Europese aandelenindex.

SPIVA bekeek onlangs de prestaties van alle Amerikaanse beleggingsfondsen in alle thema's (obligaties, small caps etc.) en kwam het tot de volgende vernietigende conclusie:

“Over the 15-year period ending December 2024, there were no categories in which a majority of active managers outperformed. “

Beleggingsfondsen zijn duidelijke mollen dus.

Mollen hebben een korte termijn horizon

Als je maar voor een dag in de S&P500 zou beleggen is je kans op een positief rendement 53,3%. Als je dat verlengt naar tien jaar neemt deze kans toe tot 97,4%.

Korte termijn beleggen is dus ook een potentiële mol. Bijkomend voordeel als je deze uitschakelt door voor de lange termijn te beleggen is dat je ook de impact van een mogelijke mol als Trump beperkt.

Maar de grootste mol is….

Nadat bekend werd dat Stijn de Mol was, was er nog een terugblik met niet eerder vertoonde opnames uit alle afleveringen. In een scène vraagt presentator Rik van de Westelaken aan Stijn: “heb je de mol al in het vizier?”.

Stijn antwoordt “Ja.”

En vervolgens (dit was er in de eerdere aflevering uiteraard uitgeknipt)”:

“[Toen ik] vanochtend in de spiegel [keek] dacht ik; hé, daar is hij weer.”

En zo is het ook met beleggen: je bent uiteindelijk zelf de grootste Mol. Jij kiest namelijk waar je in belegt, en hoe.

“Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de grootste mol in beleggingsland?”

De beursbewegingen heb je niet in de hand, maar als ervoor kiest om lange termijn vooral te beleggen in breed gespreide, low cost ETF’s en minder in beleggingsfondsen en individuele aandelen, dan verwijder je veel mollen uit je portefeuille.

Psychologische mollen, zoals te snel winst nemen en verliezen laten lopen of het idee dat je de markt kan timen, kan je hierbij vermijden door maandelijks automatisch een vast bedrag te beleggen.

Er zijn nooit garanties, maar zo vergroot je in ieder geval significant de kans dat jou aan het eind van je beleggingsrit niet een historische lage pot geld te wachten staat.



Vorige
Vorige

Beleggen in onzekere tijden: denk aan Roger Federer

Volgende
Volgende

5 redenen om een MEGA belegging te doen