Een mooi aandeel kiezen volgens Keynes

Er zijn weer talloze aandelen getipt voor het komende jaar. Over het algemeen zijn dit de aandelen die de betreffende analisten om welke reden dan ook zelf aantrekkelijk vinden. Volgens Keynes is de eigen voorkeur echter irrelevant als het gaat om aandelen kiezen.

Keynes biedt in zijn boek "The General Theory of Employment Interest and Money" uit 1936 een alternatieve kijk op de selectie van een aandeel. Hij vergelijkt de aandelenmarkt met een schoonheidswedstrijd, waarbij een krant 100 foto's van gezichten toont en lezers gevraagd worden de zes mooiste te kiezen. De winnaar? Degene wiens lijstje het dichtst bij de zes meest populaire gezichten van alle lezers komt.

Volgens Keynes is het niet verstandig om de gezichten te kiezen die jouw persoonlijke voorkeur hebben. Effectiever is het om de gezichten te selecteren waarvan je denkt dat anderen ze het mooist zullen vinden. Sterker nog, Keynes acht het nodig om naar het 'derde niveau' te gaan en de gezichten te kiezen waarvan je denkt dat de meeste deelnemers denken dat andere deelnemers ze het mooist zullen vinden. Dit principe kan zelfs oplopen tot een vierde of vijfde niveau.

“Spiegeltje, spiegeltje, aan de wand, wie denkt de rest van het land dat de rest van het land denkt dat het mooiste is van het land?”

De analogie met aandelenmarkten is helder: het draait niet om welk aandeel jij persoonlijk het beste vindt, maar om welk aandeel de rest van de markt als meest aantrekkelijk zal beschouwen en vervolgens zal kopen. Als de meerderheid van de marktdeelnemers ook zo redeneert, beland je op het derde niveau: wat denkt de markt dat de (rest van de) markt gemiddeld als meest aantrekkelijke aandelen beschouwt? Misschien gaat het hier ook zelfs door tot het vierde of vijfde niveau.

Deze benadering verklaart waarom sommige aandelen, ondanks solide fundamenten, niet in waarde stijgen, of waarom overgewaardeerde aandelen toch blijven stijgen.

Het probleem is echter dat het onmogelijk is om op deze manier aandelen te selecteren. Hoe bepaal je wat andere beleggers denken dat andere beleggers gaan kopen? En hoe bepaal je op welk niveau de meeste marktdeelnemers denken?

Keynes leek dat zelf ook niet mee te nemen bij zijn beleggingsbeslissingen; hij was een actieve belegger met een voorkeur voor ondergewaardeerde aandelen, een soort value investor avant la lettre. Dat lijkt haaks te staan op de bovenstaande analogie, want bij value investing draait het vaak juist om aandelen die de massa links laat liggen. Zolang de massa deze ondergewaardeerde pareltjes niet als schoonheden ziet, blijft de koers doorgaans stabiel. Dat kan vaak lang duren.

Dat Keynes zich bewust was van dit risico blijkt uit zijn beroemde uitspraak: "The markets can remain irrational longer than you can remain solvent."

Mijn conclusie is toch weer dat ook deze analogie aantoont dat je het beste af bent met een ETF. Je kan immers toch niet voorspellen wat de rest van de markt denkt. Dan win je weliswaar nooit de hoofdprijs, maar je koopt in ieder geval altijd ook de 'zes mooiste gezichten' van de markt.

Vorige
Vorige

Welke aandelen kiezen beleggers voor 2034?

Volgende
Volgende

Doe voor 2024 de AEX zelftest en ontdek welk type belegger je bent!