Ook de aandelenportefeuille van god zou af en toe in de min staan

Stel dat een alwetend persoon of een perfecte voorspeller een aandelenportefeuille bij had kunnen houden op basis van vijfjaars-rendementen. Wat was het rendement geweest en zijn hier lessen uit te trekken?

Om deze vragen te beantwoorden heeft een Amerikaanse vermogensbeheerder de resultaten van de Amerikaanse beurs 1927 - 2016 bekeken en deze 100 jaar in periodes van 5 jaar geknipt. Aan het begin van elke periode - bijvoorbeeld 1927 - 1932 werd geïnvesteerd in de 10% aandelen die het (zoals dus pas achteraf bekend) het beste zouden gaan doen in die 5 jaar. Vervolgens werd in 1932 belegd in de aandelen die het tot 1937 het beste zouden gaan doen enzovoorts. Voor de goede orde, dat was in werkelijkheid dus onmogelijk geweest.

De tarotkaarten waren helaas onduidelijk; zijn aandelen ‘bij’-zaak of moet je er juist ‘bij’ zijn?

Het resultaat van deze denkbeeldige strategie was een rendement van 29,4% per jaar geweest, tegenover 9,9% rendement voor de S&P 500. De portefeuille met de 10% slechtste aandelen verloor gemiddeld 15,3% per jaar.

Allemaal niet heel verrassend, maar wat wel heel interessant is, is dat de maximale drawdown (het procentuele verschil tussen het laagste punt en de vorige top) ook bij deze goddelijke portefeuille maar liefst 76% was geweest!

Dat was weliswaar in 1932, maar ook deze eeuw daalde deze superportefeuille van de top in 2008 tot een low in 2009 met een pittige 40,8% en eerder van 2000 tot 2001 met 39,5%.

Geen recht lijntje naar het noordoosten

Als deze godheid een hedgefund was begonnen en niet alleen long was gegaan in de top 10% per 5 jaar, maar ook short (waarbij je profiteert van een daling) in de slechts presterende 10% dan was het rendement natuurlijk nog hoger; 46,2%.

Maar zelfs dan waren er een paar enorme drawdowns geweest, één keer zelfs van 47% (in 2011)! En zelfs dit superhedgefund had periodes gekend waarin de S&P het tijdelijk beter deed.

De auteur concludeert dat zelfs god door deze drawdowns en tijdelijke underperformance ontslagen zou worden door klanten die slechts naar de korte termijn en de benchmark kijken.

Dat vraag ik me af met zulke rendementen, maar de les is in ieder geval wel dat je een lange termijn horizon moet hebben en dat zelfs het rendement van de allerbeste portefeuilles er niet uitziet als een mooi recht lijntje naar het noordoosten.

In AI We Trust

De nieuwe god in de beleggerswereld is natuurlijk AI. Iedereen hoopt met AI de markt te kunnen verslaan, wat eigenlijk ook neerkomt op kunnen voorspellen. Op dit vlak lijkt een klein succesje te zijn geboekt met behulp van AI-analyses van de zogenaamde Management Discussion and Analysis (MD&A) secties van jaar- en kwartaalverslagen. Hierin bespreekt het management hoe het gaat, wat de plannen zijn etc. Dit onderdeel wordt niet ge-audit, dus het management heeft de vrije hand.

Met behulp van meer verfijnde AI-modellen werd op basis van de teksten in deze MD&A’s voorspeld hoe de aandelen tot de volgende kwartaalcijfers zouden gaan presteren. En inderdaad; de 20% waar de modellen het meeste van verwachten deden het op jaarbasis 6,7% beter dan de 20% die het volgens de analyses het slechtste zouden doen.

Indrukwekkend, maar dit effect kan eenvoudig verdwijnen, bijvoorbeeld wanneer bedrijven deze secties door AI gaan laten (her)schrijven, dus dit lijkt me (nog) niet de steen der wijzen.

De (menselijke) onderzoekers bekeken ook hele simpele factoren om te kijken of er patronen ontdekt konden worden. Eén was simpelweg de lengte van de MD&A sectie. Wat bleek; hoe langer deze sectie, hoe slechter het rendement een kwartaal later; de top 20% (met het minste aantal pagina’s) deed het op jaarbasis gemiddeld 2,3% beter dan de flop 20%. De verklaring is logisch; als je iets te verbloemen hebt, gebruik je er vaak veel woorden voor. Voor (echt) goed nieuws heb je meestal veel minder woorden nodig.

Japanse toestanden

Dat lange termijn beleggen loont maar ook risico’s met zich meebrengt werd deze week in Japan geïllustreerd waar de Nikkei de hoogste koers in 33 jaar bereikte. De trend is dus lange termijn positief, maar tegelijkertijd staat de Nikkei nog steeds lager dan het hoogste punt ooit dat 34 jaar geleden werd bereikt.

Als je in het “God hedgefund” had belegd en vlak na die 47% daling je geld nodig had gehad, of in Japanse aandelen na de crash in 1991, dan was dat behoorlijk vervelend geweest. Als je toen jong was geweest en je beleggingen nog lang niet nodig had gehad, was het niet erg geweest. Sterker nog, als je toen gewoon elke maand of elk jaar door was gegaan met aandelen kopen, had je relatief goedkoop in kunnen slaan.

Maar omdat er geen lange termijn strategie bestaat waarbij je niet vroeger of lager een grote daling kan meemaken is het voordat je op het punt komt dat je het belegde geld nodig hebt voor een huis, boot of pensioen handig om je aandelen (deels) af te bouwen.

Wanneer dat punt precies is zal voor iedereen verschillen, dat lijkt me nou het type vraag waar AI ons in de toekomst goed mee op weg zal kunnen helpen.

Vorige
Vorige

Gaan Small Caps eindelijk weer eens presteren?

Volgende
Volgende

De 60/40 portefeuille is als een tosti die weinig wordt besteld