Schulden: volgende generatie is kind van de rekening
DNB-topman Klaas Knot riep de Nederlandse politiek op om “minder te hyperventileren” over gezamenlijke Europese leningen (Eurobonds) voor defensie. ‘Er zijn op dit moment belangrijker zaken dan de boekhouding.’ Eens. Maar uiteindelijk moeten ook deze schulden afbetaald worden.
Knot had wel iets te zeggen over die boekhouding: omdat er geen tijd is om de begroting aan te passen, moeten we volgens hem accepteren dat er tijdelijk hogere tekorten zullen zijn en er dus nieuwe schulden worden gemaakt. Echter: “Deze situatie moet echt tijdelijk zijn.”
De noodzaak van extra defensie-uitgaven is moeilijk te betwisten, en er zijn inderdaad (veel) zaken belangrijker dan de boekhouding. Maar toch: nog meer schulden?
Deze nieuwe schulden komen op een moment dat de rentelasten op bestaande schulden bij de rijkste landen ter wereld inmiddels de uitgaven aan defensie overtreffen en zijn gestegen tot gemiddeld 3,3% van het BBP, het hoogste niveau sinds 2007.
Het idee dat schulden tijdelijk zijn, hoorden we ook bij de extra uitgaven na de financiële crisis en de Covid-crisis. Vaak wordt beweerd dat schulden geen groot probleem vormen zolang ze betaalbaar blijven. Maar ondertussen leven er naar schatting 3,3 miljard mensen in landen waar meer wordt uitgegeven aan rentelasten dan aan onderwijs of gezondheidszorg. Bovendien loopt 45% van de uitstaande schulden van alle OESO-landen af vóór eind 2027, wat betekent dat ze waarschijnlijk moeten worden geherfinancierd tegen hogere rentes.
“Oefen maar flink op die rode cijfers jongen, handig voor later”
Schuld of boete
Er zijn uiteindelijk maar een paar manieren om schulden te verminderen: inflatie, belastingen, bezuinigingen en/of economische groei. Een laatste mogelijkheid, minder in gebruik bij rijke landen, is schuldsanering of herstructurering. Trump schijnt in deze categorie als onderdeel van het zogenaamde “Mar-a-Lago Akkord” om de Amerikaanse overheidsfinanciën op orde te krijgen te overwegen om bestaande schulden - onder dreiging van tarieven - om te laten zetten in 100-jarige zero-coupon bonds, waarbij er gedurende een eeuw geen rentebetalingen plaatsvinden en de schuld pas na 100 jaar volledig wordt afgelost.
Behalve groei zijn alle oplossingen politiek onplezierig, dus wordt er bij plannen voor nieuwe schulden altijd benadrukt dat het (ook) tot groei moet leiden.
Het doet denken aan de Olympische Spelen van 1960 in Rome. De verwachting was dat de Spelen een economische impuls zouden geven. Misschien was er inderdaad ook een tijdelijke boost, maar Rome heeft de schulden voor deze Spelen nog steeds niet afgelost en betaalt er nog steeds rente over.
Generatie Nix
Het probleem is dat in tijden dat het economisch goed gaat, de animo om schulden af te lossen vaak ontbreekt – waarom zou je het dak repareren als de zon schijnt? En vervolgens komt er, sneller dan verwacht, een nieuwe crisis die weer belangrijker is dan de boekhouding.
Knot waarschuwde overigens ook voor de hoge Europese schuldenniveaus, wat haaks lijkt te staan op zijn oproep tot minder ‘hyperventilatie’. In een vervolginterview verduidelijkte hij dat hij zich inderdaad zorgen maakt over schulden, maar dat als er dan toch geleend moet worden voor defensie, Eurobonds geen slechte oplossing zijn.
Hoe dan ook gaat Europa waarschijnlijk meer geld uitgeven, waarvan de lasten door onze kinderen en kleinkinderen moeten worden afbetaald. Misschien hebben toekomstige generaties meer begrip voor defensieschulden dan voor Olympische Spelen, maar dat we telkens verrast worden door een nieuwe crisis voordat de vorige financieel is verwerkt, is zo langzamerhand moeilijk te verantwoorden.
In het interview met EW werd Knot ook gevraagd of hij denkt dat zijn kinderen straks minder goed af zijn dan hijzelf. Zijn antwoord:
‘Nee, dat geloof ik niet. Ik ben geen cultuurpessimist. Omdat ik dat geluid mijn hele leven al hoor: dat toekomstige generaties slechter af zullen zijn dan de huidige. Maar de feiten wijzen keer op keer de andere kant op. Ik geloof in de creativiteit van mensen om met innovaties economische uitdagingen het hoofd te bieden.’
En als het met innovaties niet lukt, kunnen onze (klein)kinderen altijd nog een voorbeeld nemen aan onze generatie en creatief worden met de boekhouding.