Weer veel pieken bij olie

In augustus steeg de vraag naar olie naar 103 miljoen vaten per dag, een all-time high. Dat had weer een andere piek tot gevolg; de Brent bereikte deze week de hoogste koers van 2023. En afgelopen week kwam ook peak oil weer eens ter sprake.

Gouden tijden en gouden bergen voor oliebedrijven

De stijging van de olieprijs gaat Rusland en Saudi-Arabië zelfs nog niet hard genoeg; vorige week gaven de landen aan nog wat langer met hun productiebeperkingen door te gaan. Heeft Saudi-Arabië nog meer geld nodig om voetballers over te halen om in de Saudi Pro League te gaan spelen? Op korte termijn kan de prijs dus hoog blijven.

Aan de vraag komt, ondanks de hoge prijzen, voorlopig geen einde, schreef IEA directeur Fatih Birol op 12 september, maar peak oil (van de vraag in dit geval) komt wel eerder dan verwacht; namelijk vóór 2030. Dat de vraag eerder gaat pieken heeft onder andere te maken met klimaatmaatregelen en de snelle opkomst van elektrische auto’s.

Goed nieuws, dan komt het allemaal vanzelf goed met het klimaat! Helaas, de afname van de vraag na de piek zoals voorspeld door het IEA, is helaas bij lange na niet voldoende om de globale opwarming tot 1,5 graden Celsius te beperken, daar is veel meer voor nodig.

Nog geen verandering van het klimaat bij oliebedrijven

De olie-industrie zelf lijkt niet bepaald voorop te willen lopen in de strijd tegen klimaatverandering, maar andere prioriteiten te hebben.

In eigen land verhuisde Shell het hoofdkantoor naar het V.K. om belastingredenen (waar ze overigens ook meteen een extra belasting aan hun broek kregen).

De olie-industrie zit meer in het “profit over planet” kamp

Een beetje ondankbaar van Shell, zeker nu blijkt dat het belastingvoordeel voor de fossiele sector in Nederland volgens de laatste cijfers niet 4,5 miljard euro bedraagt, waar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat eerder van uitging, ook niet 37,5 miljard euro waar milieuorganisaties mee aankwamen, maar neerkomt op een totaal van tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro per jaar.

Ook de extreme winsten van oliebedrijven de laatste twee jaar gingen over het algemeen niet naar investeringen in alternatieve energie of zelfs nieuwe olie- en gaswinning, maar vooral naar de aandeelhouders. In 2022 werden aandeelhouders van westerse oliebedrijven beloond met een record van $110 miljard aan dividend en share buybacks. Had daar niet iets meer van richting alternatieve energie kunnen gaan?

De oliebedrijven geven overheden de schuld van de energiecrisis, want die hadden de energietransitie natuurlijk veel te snel ingezet en het oliebedrijven daardoor moeilijk gemaakt.

Er zit wellicht een kern van waarheid in dat onderschat is hoe lang olie belangrijk zou blijven. Je zou ook kunnen zeggen dat de problemen door de afhankelijkheid van olie en gas na de Russische invasie aantonen dat de transitie niet snel genoeg is ingezet.

Het is hoe dan ook treurig dat de olie-industrie weinig verantwoordelijkheid lijkt te voelen in de strijd tegen klimaatverandering en vast blijft houden aan het mantra dat de wereld nog lang olie nodig heeft en dat aandeelhouderswaarde op één staat.

Exxon bleek nota bene al in de jaren ‘70 klimaatverandering accuraat te hebben voorzien en blijkt nu bovendien jarenlang een actieve strategie te hebben gevoerd om de effecten van klimaatverandering te bagatelliseren.

Beleggen of niet beleggen, that is the question

Met de op aandeelhouderswaarde gerichte instelling, de hoge olieprijs en de hoge vraag lijken olieaandelen puur financieel gezien geen slechte belegging, al neemt de vraag ooit wel af en is de olie ooit zelfs ook op. Maar dat lijkt dus nog wel even te duren. De kans op veel milieu gerelateerde rechtszaken neemt wel toe (zeker voor Exxon) en als de wereldeconomie weer eens goed hapert kan de olieprijs natuurlijk ook weer snel hard dalen. (Het bericht over de door Californië aangespannen rechtszaak kwam uit na publicatie van dit artikel.)

Of je vanuit een milieu-perspectief juist wel of niet in olie-industrie moet beleggen is een lastige vraag. Wanneer je als aandeelhouder invloed kunt uitoefenen op het beleid, zou je kunnen beargumenteren dat je aan tafel moet blijven zitten. Anderzijds heeft ABP alle fossiele aandelen verkocht, onder andere omdat ze na jarenlang aan tafel te hebben gezeten toch vonden dat ze te weinig invloed hadden. En wil je überhaupt profiteren van deze industrie? Of maakt er in beleggen niet zoveel uit en kan je beter (bijvoorbeeld) minder vliegen?

Een klein beetje hoop viel deze week te putten uit het bericht dat een meerderheid van de institutionele aandeelhouders van oliebedrijven bereid zou zijn dividend in te leveren ten faveure van bestedingen aan alternatieve energieprojecten. Maar, zegt 60%, dat moeten dan wel projecten zijn met een effectief rendement van meer dan 12% . Het gemiddelde van dit soort projecten in 2022 was echter een magere 8%. En wie wil er nou voor 8% bijdragen aan een betere wereld?

Voorlopig blijft het dus nog vooral om de pieken te draaien in de olie-industrie.

Vorige
Vorige

Verkiezingen en hoge schulden; maakt het iets uit voor de beurs?

Volgende
Volgende

Obesitaspatiënten betalen hun gewicht in goud